Vorige bericht

Hoe groeit een peer?

De Peerdegaerdt dankt haar naam onder andere aan de aanwezigheid van een honderdtal perenbomen op het landgoed. In de prachtige hoogstamboomgaard groeien al meer dan honderd jaar peren (en appels) die we elk jaar met duizenden kilo’s tegelijk plukken voor onder andere ons heerlijke Peerdegaerdtse sap. Maar hoe groeit een peer eigenlijk? We vroegen het boomgaardspecialist Frans Jansen.

Inhoudsopgave:

Bloesem en bijen

Hoe groeit een peer in de boomgaard: lente!

Prachtige lentebloesem in de boomgaard

Één van onze meest favoriete momenten van het jaar is de lente: de bloeiperiode van de boomgaard. Het is een prachtig gezicht om al die oude, knoestige bomen getooid te zien met een zweem van wit en roze. En niet alleen wij komen tijdens de bloeiperiode graag in de boomgaard. Er komen ook talloze bijen, hommels en andere insecten op af. Gedurende een aantal weken is het een drukte van jewelste en is er een ijverig gezoem te horen. Dat is heel goed, want insecten zijn heel erg belangrijk voor de boomgaard.

Insecten zorgen namelijk voor de bestuiving van de bloesem, doordat ze – op zoek naar de zoete nectar – het stuifmeel van de meeldraden op de stampers brengen. Die bestuiving is onmisbaar want zonder bestuiving, geen bevruchting en dus geen oogst. Maar het is interessant om nog wat verder in te zoomen op dat proces.

Onvolledige of volledige bestuiving

Want de bloembodem van een vruchtbloesem is verdeeld in vier of vijf ‘hokken’ of ‘kamers’. In ieder hok zitten embryo’s die zich – wanneer ze bevrucht worden – ontwikkelen tot zaden. Dat kun je terugzien in een volgroeide appel of peer: het klokhuis bestaat uit verschillende holle kamers met zaden, afgescheiden door vliesjes.

Voor een volledige bevruchting van de bloesem moeten alle hokken één voor één worden bevrucht. Dat lijkt een onbelangrijk detail, maar dat is het niet. De zaden stimuleren namelijk de ontwikkeling van het vruchtvlees. Dat betekent dat bij een onvolledige bevruchting in sommige kamers geen zaden groeien en de ontwikkeling van het vruchtvlees daar achter blijft. Het gevolg is een appel of peer die aan één kant niet mooi vol en rond is, maar plat.

Deze platte vruchten zul je overigens nooit in de supermarkt vinden. Daar vind je enkel de volledig bevruchte, volgroeide appels en peren: platte en misvormde vruchten worden er in het selectieproces al uitgehaald. Dikke kans dat jij dus niks wist van het bestaan van deze platte appels en peren.

De rol van bijen

Hoe groeit een peer? Bij een onvolledige bevruchting wordt een peer plat

Peertjes met ‘billetjes’ door onvolledige bevruchting

Nog iets wat je waarschijnlijk niet wist: er zit verschil in de manier waarop de verschillende insecten fruitbloesem bestuiven.

“Bijen en hommels halen nectar voor hun volk,” legt boomgaardspecialist Frans uit. “Zij doen dat dus heel grondig en gaan heel netjes één voor één alle kamers van de bloem af. Dat noem je dan een volledige bevruchting. Andere insecten eten enkel voor de snoep wat nectar en vliegen inconsistent van de ene bloem naar de andere voor steeds een hapje. Daardoor bevruchten zij vaak onvolledig.”

Bijen zijn daarom heel belangrijk in een boomgaard: zonder bijen heb je meer kans op onvolledige bevruchting en dus op afgeplatte vruchten en een minder goede oogst. Daarom doet De Peerdegaerdt er alles aan om de bijenpopulatie te stimuleren. Werken zonder bestrijdingsmiddelen is daar een belangrijk onderdeel van, maar ook het zaaien en planten van inheemse bloemen en planten op het landgoed om bijen te trekken hoort daarbij.

Peren in de groei

Als de bloesem is bestoven, ontstaan de kleine peertjes die door het seizoen heen steeds groter groeien. Om goed te kunnen groeien, heeft een kleine peer voedingsstoffen nodig. Die komen vrij door fotosynthese in de bladeren van de perenboom. Tijdens dit proces wordt kooldioxide uit de lucht met behulp van zuurstof omgezet in suiker. Die suikers moeten verdeeld worden over alle vruchten. Om die reden gaan fruitbomen aan het begin van de zomer in de rui. Net als honden en katten hun overtollige haren laten vallen, laten fruitbomen in de rui hun overtollige vruchtbeginsels vallen.

Onbevruchte minipeertjes worden al snel afgestoten door de boom, zodat ze de voedingsstoffen over minder vruchten hoeven verdelen. Later stoot de boom ook door ziekte, vogels of insecten aangetaste vruchten vervroegd af. Hierdoor kunnen de overgebleven vruchtjes makkelijker tot een volwaardige peer uitgroeien. Ook de onvolledig bevruchte peertjes mogen blijven hangen en uitrijpen, zij dragen ook een aantal goed ontwikkelde zaden.

Naarmate de zomer vordert, worden de peren groter, glanzender en voller van kleur. Interessant is dat het fruit aan een hoogstamboom niet gelijkmatig rijpt. Er is verschil tussen peren die aan de noord- of zuidkant groeien en peren die aan de buitenkant van de boom hangen of juist meer midden in, verscholen tussen de takken. Een boom rijpt van zuid naar noord en van buiten naar binnen. Al met al kan er soms wel twee weken verschil tussen zitten. En dan is er nog verschil tussen peren die aan eenjarig, tweejarig of driejarig hout groeien.

Oogstseizoen op De Peerdegaerdt

Oogstseizoen op De Peerdegaerdt

Tijd om te oogsten!

En dan – zo’n vijf maanden na de roze-witte zweem van net ontloken bloesem over de boomgaard – is het zo ver: de oogstmaand is aangebroken. Dat betekent altijd een drukte van belang op De Peerdegaerdt. Op twee plukdagen in september bundelen medewerkers én vrijwilligers van De Peerdegaerdt hun krachten om – onder leiding van boomgaardspecialist Frans –  in korte tijd een overweldigende hoeveelheid van 3.000 kilo appels en peren te plukken.

Zo wordt een groot deel van deze oogst voor ons verwerkt tot ons befaamde Peerdegaerdts sap, zitten medewerkers en deelnemers van de zorgboerderij emmers appels en peren te schillen en snijden voor de plaatcakes die worden gebakken door een bakker uit de buurt en worden er regelmatig stoofpeertjes gemaakt voor koude werkdagen.

Volgende bericht